Sint-Martinuskerk Genk

Geschiedenis van de beiaard van Genk

Luidklokken

Tot voor 1960 had Genk nooit een beiaard. Wel had de kerk tot vóór de Franse Revolutie vier luidklokken: de Sint Martinusklok (1728), de Sint Annaklok (1639), de Johannesklok (?) en het Angelusklokje (1787). De laatste twee werden n.a.v. de Franse Revolutie stukgeslagen en meegenomen. In 1806 kwam er een nieuwe Johannesklok, gegoten door Peter Boitel uit Millen bij Tongeren. Tijdens de Duitse klokkenroof in 1944 werd de Johannesklok opnieuw stukgeslagen en meegenomen. De Sint Martinusklok werd naar Hamburg gevoerd en kwam in 1946 gebarsten terug. Enkel de Sint Annaklok uit 1639 mocht blijven hangen. Beide klokken werden in 1960 hergoten om in de beiaard gebruikt te worden.

Beiaard

In oktober 1944 legde een Amerikaans bombardement per vergissing het stadscentrum van Genk in puin, waaronder de Sint-Martinuskerk. De kerk werd gesloopt en werd tussen 1950 en 1953 herbouwd met geld van de steenkoolmijnen, met een toren waarin ruimte voorzien werd voor een beiaard. Toen het gemeentebestuur van Genk tijdens de Wereldtentoonstelling van 1958 in Brussel de beiaard in het paviljoen ‘Vrolijk België’ opmerkte, wilde zij een gelijkaardige klokkenspel. Op 14 april 1959 werd er een overeenkomst gesloten met de firma P. Bauwens-Goossens uit Gent over de levering van een beiaard met vijf luidklokken, uurwerk, automatisch spel en een oefenklavier, voor een bedrag van 1.568.800 BEF (3900 euro). De beiaard bestond uit 52 klokken, met een c1 als basklok. De omvang bedroeg c1-d1-e1-chromatisch-f5. De klokken werden gegoten door Petit & Fritsen uit Aarle-Rixtel, Nederland. Staf Nees was adviseur. De eerste vijftien klokken kregen een opschrift: buiten de luidklokken op naam van Maria, Martinus, Anna en Johannes, kreeg elke parochie en hulpkerk een speciale klok met naam en patroonheilige en stichting der parochie op. De wijding gebeurde op 3 april 1960.

Op zondag 24 april werd de beiaard ingehuldigd door Staf Nees en Leen ’t Hart. Later op de avond speelden de Limburgse beiaardiers René Peeters uit Eisden en René Vanstreels uit Hasselt. Jos De Greeve, directeur van de muziekacademie van Genk sloot de dag af.

Beiaardiers

Jos De Greeve (1912-1974), die af en toe op de beiaard van Diest speelde, werd de eerste beiaardier van Genk. Hij overleed in 1974.
Jos Wouters (°1949) volgde hem op vanaf april 1975 tot 2014.
Vanaf 2014: duobaan met An Lommelen en Wim Van den Broeck.

Verschuiving dispositie

Omwille van een lekkend dak was het klavier aan vervanging toe. In 1989 werd een nieuw klavier geleverd door Clock-o-matic. Op de aanvraag voor een bes1 en es1, werd negatief geantwoord. Daarom besliste beiaardier Jos Wouters om de beiaard een toon omhoog te transponeren. Het oude klavier bevindt zich nog in de toren. In 1992 werd de ruime cabine opnieuw aangekleed met hout en nieuwe vensters. Het elektrische trommelspeelwerk werd vervangen door een computer.

Historische curiosa

Tijdens opgravingen die men na de oorlog verrichtte, vond men een klokkenoven en twee kernen in de oude kerk. De ene kern had een diameter van 117,5 cm en zat 2,10 meter diep; de ander had een diameter van 106 cm en zat 1,80 meter diep. De klokkenoven lag in de as van de kerk, gedeeltelijk in de kerk en tegen de toren. De afstand van de klokkenoven tot de kernen was respectievelijk 4 en 6 meter. De Sint-Annaklok en vermoedelijk ook de Sint-Martinusklok werden hier in 1639 hergoten.

Merkwaardige feit

De vroegere Sint-Martinusklok, die van voor 1624 dateerde, werd in 1728 hergoten door Antoine Bernard van Neufchateau. De klok kreeg meteen een macabere bijklank, want toen ze op 18 augustus 1728 in de kerk hing om gewijd te worden, kwam ze terecht op weduwe Maria Priemers-Van Hengel die verpletterd werd.

Bibliografie

Jos WOUTERS, Klokken en beiaarden in Genk, Koninklijke Beiaardschool ‘Jef Denyn’, 1978 Gilbert HUYBENS, Beiaarden en torens in België, Gemeentekrediet, 1994, p. 97

Geplaatst in Torens.