Geschiedenis van de beiaardHet ontstaan van de Leuvense universiteitsbeiaard hangt nauw samen met een van de grote drama’s van de Eerste Wereldoorlog : de brand van Leuven. Reeds tijdens de oorlog rijpten plannen om de Leuvense universiteitsbibliotheek met internationale steun te herstellen. Na de oorlog werd beslist om een nieuw gebouw op te richten aan de Volksplaats (nu Mgr. Ladeuzeplein), op het hoogste punt van de binnenstad. Het geld kwam voornamelijk van Amerikaanse universiteiten die hiervoor werden beloond met een inschrift in de stenen van het nieuwe gebouw. Warren had gevoel voor traditie en voorzag zijn bibliotheek bijgevolg van een belforttoren. Volgens het gangbare verhaal was in de toren geen beiaard voorzien en kwam die er pas toen Edward Dean Adams, vice-voorzitter van de United Engineering Society van de Verenigde Staten, kort voor de voltooiing van het gebouw het idee kreeg die “lege toren” te voorzien van een uurwerk en beiaard ter nagedachtenis van de Amerikaanse ingenieurs die tijdens de oorlog in Europa gesneuveld waren. Het bouwproject stootte in de jaren ’20 echter op zware financiële problemen en kwam pas opnieuw op de rails dankzij de inspanningen van de latere president Herbert Hoover, die tijdens de oorlog reeds de voedselhulp aan het bezette België had gecoördineerd. Vanaf dan liep het beiaardproject als een trein. De Leuvense universiteitsbeiaard – officieel heet hij American Engineers’ Memorial Carillon and Clock – was in meerdere opzichten uniek. De consultant van het beiaardproject was Frederick C. Mayer, organist van de militaire academie van West Point, N.Y. en de leidende Amerikaanse beiaardarchitect van die tijd. Drie jaar voordien had hij met de beiaard van de Park Avenue Baptist Church te New York het grootste klokkenspel ter wereld ontworpen. Mayer plaatste de beiaard in vier etages. Ter hoogte van de wijzerplaten plaatste hij de speeltrommel, ter hoogte van het balkon werden de basklokken opgehangen, een verdieping hoger kwam het klavier en hierboven vonden de 42 overige klokken een plaats binnen 8 lantaarnopeningen. De beiaard transponeerde een grote terts naar omlaag, net zoals de beroemde stadsbeiaard van Mechelen, en was daarmee volgens de inhuldigingsbrochure de zwaarste beiaard van Europa, een bewering die enkel correct is als de twee historische beiaarden in het koninklijk paleis van Mafra in Portugal buiten beschouwing worden gelaten. Het prestigieuze projectDe omvangrijkste Europese beiaard was in die tijd de belfortbeiaard van Gent met 52 klokken. Vermoedelijk wilden de Amerikanen dit record niet breken omdat dan de grootste beiaard ter wereld, de Laura Spellman Memorial Carillon te New York, zou geëvenaard worden. Bovendien kwam het totale aantal van 48 klokken mooi overeen met het toenmalige aantal Amerikaanse staten. De Amerikaanse symboliek in de beiaard werd vervolledigd door de zeven ton zware basklok -tevens uurklok- , die de naam Liberty Bell of Louvain meekreeg, een expliciete verwijzing naar de beroemde Liberty Bell van Philadelphia. De klok draagt als opschrift : THE LIBERTY BELL OF LOUVAIN THIS CARILLON IN MEMORY OF THE ENGINEERS OF THE UNITED STATES OF AMERICA WHO GAVE THEIR LIVES IN THE SERVICE OF THEIR COUNTRY AND ITS ALLIES IN THE GREAT WAR 1914-1918 Daarna volgen de namen van de vier overkoepelende ingenieursverenigingen. De andere klokken zijn veel soberder. De grotere zijn versierd met een eenvoudige gotische fries en het gieterszegel van Gillett & Johnston. Gillett & Johnston. Croydon.England.1928.
De klokken dragen nummers van 1 tot 48, te starten bij de kleinste klok en een serienummers. . De kleinste klokken dragen geen opschrift, maar een inschrift. Op 17 mei 1940 werd de bibliotheek beschoten en grotendeels vernield. Engelsen en Duitsers gaven elkaar de schuld van deze nieuwe catastrofe. Hoe dan ook gingen meer dan 900.000 boeken in vlammen op, waaronder talrijke exemplaren die na de Eerste Wereldoorlog uit Duitse bibliotheken waren overgekomen als herstelbetaling. Na 1945 geraakte de beiaard stilaan in verval. Corrosie tastte de klokken aan en de beiaard werd nauwelijks nog bespeeld. De universiteit had na de oorlog immers dwingender materiële noden dan het organiseren van beiaardbespelingen. In 1979 werd de universiteitsbeiaard bezocht door Margo Halsted, de toenmalige beiaardier van de University of California at Riverside. Zij was onder de indruk van de slechte toestand van dit Amerikaanse geschenk en vroeg toelating aan de universiteit om fondsen te werven voor een grote restauratie. Onder haar impuls werd € 300.000 verzameld, ongeveer tweederde uit de Verenigde Staten en de rest uit ons land. De Latinist Jozef IJzewijn ontwierp voor de nieuwe b-klok enkele Latijnse opschriften : HONORI ET MEMORIAE OMNIVM MACHINATORVM E CIVITATIBVS AMERICAE FOEDERATIS ORIVNDORVM QUI MARTE FVRENTE SANGVINEM PRO PATRIA PROFVDERVNT De 30 nieuwe kleinere klokjes bevatten de namen van sponsorende instellingen en prominente figuren die iets met de beiaard te maken hebben. De gerenoveerde beiaard werd op 7 oktober 1983 plechtig ingehuldigd met een concert door de beiaardiers Jo Haazen, Renaat Vansteenwegen en Janet Tebbel. Het publiek kan van de beiaardconcerten genieten in een rustige luisterplaats in theatervorm aan de achterkant van de bibliotheek. De toegang wordt gemarkeerd door een stenen klok die ooit als gevelsteen de klokkengieterij Michaux aan de Diestevest sierde. Automatisch speelwerkHet automatische speelwerk is veel eenvoudiger dan men bij dit prestigieuze beiaardproject zou verwachten. De speeltrommel is voorzien van niet-versteekbare pinnen en is verbonden met slechts zes klokken. Die vormen een diatonische reeks zonder leidtoon op basis fis1, dus een octaaf boven de uurslag van de Liberty Bell (fis1 – gis1 – ais1 – b1- cis2 – dis2). Elke klok is voorzien van twee hamers. Er was een tweede trommel voorzien met muziek van Frederick Mayer zelf. Het was de bedoeling dat de twee trommels regelmatig zouden worden verwisseld : ‘Belgian and American tunes alternating will be reminders of the friendship of the two peoples’. Na meer dan driekwarteeuw is de Reuzegom uitgegroeid tot het auditief icoon van de stad Leuven, net zoals de voorslag van Big Ben, de Westminster Quarters, dat voor Londen is. Het uurwerk is nog het oorspronkelijke exemplaar van 1928. Historische stukken en curiosa in de bibliotheekIn de bibliotheek bevinden zich een aantal voorwerpen of opschriften die verband houden met de universiteitsbeiaard of de beiaardkunst in het algemeen. Wij vermelden ze vanuit het standpunt van de bezoeker die de bibliotheek binnenkomt en zich naar de toren begeeft. Op de muur rechts van de eerste treden op weg naar de eerste verdieping bevindt zich een opschrift dat verwijst naar de schenking van de beiaard en het uurwerk door de Amerikaanse ingenieurs. In MEMORY of the ENGINEERS of the United States of America Who gave their lives in the Service of their country & its Allies in the Great War 1914-1918. In de grote hall op de 1ste verdieping hangt een verkleinde kopie van de Liberty Bell. Het gebouw herbergt nog een derde Liberty Bell. In het tabularium aan de zuidzijde van de bibliotheek wordt een inktpot bewaard in de vorm van een klok. To Monseigneur P. Ladeuze A memento of the Louvain University Library Carillon July 4th 1928 From Cyril F. Johnston Op de overloop van de trap die naar de tweede verdieping leidt, zien we vier koperen platen die verwijzen naar de restauratie van de beiaard in 1983. Het opschrift luidt : LEUVEN CARILLON RESTORATION PROJECT Donors to the American Engineers Memorial Carillon Restoration Project Carillon rededicated on October 7, 1983 ENGINEERING SOCIETIES Dan volgen de namen van 14 ingenieursverenigingen, 13 uit de USA en 1 Vlaamse, met daaronder de namen van 549 andere schenkers. Naast de hall op de 2de verdieping bevindt zich de Andreas Valeriuszaal. Links van het torendeurtje staat een beeld van de Leuvense stadsbeiaardier Matthias Vanden Gheyn. Het is een plaasteren model voor het Vanden Gheynbeeld op de voorgevel van het Leuvense stadhuis. In 1995 kocht de KU Leuven het bij een Leuvense antiquair. Even buigen voor de Bach van de beiaard voor de we de toren binnengaan … Restanten van de oorspronkelijke beiaard buiten de bibliotheekDe kleinste 16 klokjes van de oorspronkelijke beiaard zijn momenteel te zien en te horen in het Leuvense Groot Begijnhof. In 1998 werden ze op initiatief van de universiteitsbeiaardier herstemd door Koninklijke Eijsbouts en als voorslag opgehangen in de dakruiter van de Sint-Jan-de-Doperkerk. Het oorspronkelijke klavier van Gillett & Johnston is door de K.U Leuven in langdurige bruikleen gegeven aan het Nationaal Beiaardmuseum te Asten, waar het een van de pronkstukken is. 0verzicht beiaardiersDe eerste universiteitsbeiaardier was Arthur Bigelow. Deze Amerikaan woonde en studeerde in Leuven en werd stadsbeiaardier in 1934, kort na de herinrichting van de Sint-Pietersbeiaard. Hij bespeelde ook geregeld de universiteitsbeiaard, hoewel niet duidelijk is of hij hier een officiële aanstelling had. Tussen 1940 en 1976 was er geen beiaardier en werd de beiaard slechts zelden bespeeld. In 1976 verzocht de KU Leuven stadsbeiaardier Renaat Vansteenwegen om op vrijdagen om 17 u de universiteitsbeiaard te bespelen. Vansteenwegen bleef universiteitsbeiaardier tot 1991 en werd toen opgevolgd door Luc Rombouts. De helft van de bespelingen wordt verzorgd door een team van vijf gastbeiaardiers. Tekst: Luc Rombouts |
Universiteitsbibliotheek Leuven
Geplaatst in Torens.