Stadhuis Damme

Geschiedenis van stadhuis en beiaard

Stadhuis

In 1134 teisterde een stormvloed onze kust. Er werd een dwarsdijk gebouwd aan het uiteinde van de Zwingeul. Aan deze “dam” ontstond een vissersdorp dat reeds in 1180 stadsrechten verwierf. Het stadje Damme ontwikkelde zich, o.m. dank zij het gegraven kanaal Brugge-Damme, tot een dynamische haven met heel wat “stapelrechten”.
Ondanks de verzanding van de Zwingeul (einde 13de eeuw) bouwde men toch een prachtig stadhuis (1464-1467), naar de plannen van de Brusselse steenhouwer Godevaert de Bosschere. In 1466 werd het torenuurwerk geplaatst. Het klokkentorentje en de klokkenstoel waarin vijf klokken hingen, werden geschilderd. In 1642-43 werd het torentje herbouwd, naar een ontwerp van Clement de Prince.
In het midden van de 19de eeuw stelde de provincie-architect P. Buyck een restauratiedossier op. Het duurde echter tot 1896 vooraleer deze restauratie afgerond was. Op 25 maart 1938 werden het stadhuis en de O.-L.-Vrouwkerk beschermd als monument.

Klokkenspel

In 1961 schonk een speciaal in 1960 opgericht comité, o.l.v. E. Van Caillie, F. van Hinsberg en V. Petitat, een “beiaard” van 25 klokken aan de stad Damme. Het installeren van die klokken kon niet doorgaan omdat het stadhuis grondig gerestaureerd diende te worden. Uiteindelijk begon men o.l.v. de Brugse architecten L. en P. Viérin aan een grondige restauratie (1978-1982). Het 17de-eeuwse klokkentorentje werd, na onderzoek en opmeting, volledig herbouwd. Op 14 mei 1982, 21 jaar na het gieten van de klokken, werd de “beiaard” door wijlen E. Delmotte, ere-stadsbeiaardier van Ronse en beiaardier van Oostende, via een pianoklaviertje, ingespeeld.
Frans van Hinsberg, kunstsmid, samen met notaris E. van Caillie en accountant V. Petitat, de drijvende kracht achter dit beiaardproject, restaureerde in 1959-1960 het historische uurwerk, vervaardigd door Brixius Vleesch (1459). Een verticale zonnewijzer uit 1849 siert de voorkant van het klokkentorentje.

Beiaard

De Uilenspiegelstad waar de Vlaamse dichter Van Maerlant (1235-1293) voor het 15de-eeuwse stadhuis zijn volk “toespreekt” (standbeeld van Bruggeling H. Pickery, 1860), bezit sinds 1994 een echte beiaard.
Zoals reeds vermeld zette het triumviraat Van Caillie, van Hinsberg en Petitat zich in om de “stomme” klokken uit 1961 over hun stad te laten klinken. In februari 1962 bekrachtigde het Provinciebestuur de Damse gemeenteraadsbeslissing van 21 augustus 1961 betreffende de aanvaarding van een “klokkenbeiaard” ten behoeve van het Stadhuis te Damme, geschonken door het “Comité voor het schenken van een klokkenbeiaard aan het Gemeentehuis te Damme”. De voorzitter van dat Comité was Ridder Pierre Van Outryve d’Ydewalle. Koning Boudewijn en koningin Fabiola, die in 1960 in het huwelijk getreden waren, werden bereid gevonden het peterschap te aanvaarden van de grootste klok, “de eerste en bijzonderste klok”. de koninklijke kroon siert deze klok.
Pas 21 jaar nadien, in 1982 werden de klokken ingehuldigd maar alle insiders wisten dat de beiaard maar een klokkenspel was: een beiaardklavier ontbrak. Andermaal trok Frans van Hinsberg, na ruggespraak met het stadsbestuur, op bedeltocht om “zijn” beiaard te realiseren. In 1986 slaagde hij erin om 6 klokken toe te voegen aan de 25 bestaande. Door zijn plotse overlijden in datzelfde jaar werden deze klokken niet opgehangen.

In mei 1991 werd de Brugse stadsbeiaardier Aimé Lombaert aangezocht om orde op zaken te stellen. Het renovatieproject omvatte verscheidene fases:
· renovering en herwaardering van de historische klokken om ze een uurslagfunctie te geven
· het klokkenspel volledig nakijken, aanpassen en optimaal laten functioneren via computersturing
· de toren beschermen tegen het indringen van vogels
· op termijn de beiaard uitbreiden tot een volwaardig concertinstrument van 35 klokken (het zijn er 39 geworden) én de installatie van een stokkenklavier in standaarduitvoering.

In 1992 werden de eerste drie fasen en de automatisering gerealiseerd. Het Stadsbestuur was tevreden en besloot ook het laatste onderdeel onmiddellijk te realiseren.
Het historische uurwerk, in 1959-60 vakkundig hersteld door van Hinsberg, werd n.a.v. de herstelling van het Stadhuis (1978-1982) stilgelegd en als historisch erfgoed bewaard. De nieuwe klokken werden gegoten door Eijsbouts (NL) en de technische installatie gebeurde door Clock-O-Matic (Holsbeek).
Dank zij de positieve houding en de inspanningen van het Stadsbestuur, de Dienst Openbare Werken o.l.v. H. Boone en B. Van Haecke, en de directeur van Toerisme Damme, B. Van Haecke, kon reeds op 23 december het inauguratieconcert plaatsvinden. In aanwezigheid van burgemeester L. Vandille, de voltallige gemeenteraad en tal van genodigden, gaf Eerste Schepen F. Dousselaere een historisch overzicht. Na een korte technische toelichting door beiaardier-adviseur A. Lombaert, kon F. Dousselaere het stokkenklavier in gebruik stellen. Het inauguratieconcert werd opgedragen aan de “vader” van de stadsbeiaard, F. van Hinsberg.

Tussen de 39 beiaardklokken zijn de oude uurslag- en halfuurslagklok opgehangen. Deze klokken behoren tot de oudste van Vlaanderen:
· uurklok: deze klok, ook “Zegeklok” genoemd, is in 1398 gegoten door de gebroeders De Leenknegt uit Harelbeke en weegt 744 kg. Het opschrift luidt: “anno d(omi)ni MCCCXCVIII tres fratres michi fecerunt. harelbeke”.
· de halfuurklok of de “klok der neringen” weegt 105 kg en werd in 1392 gegoten. Ze draagt als opschrift: + d(omi)ni MCCCXCII.

Sedert 1995 zijn er in juli en augustus op zondag beiaardconcerten. Ook bij speciale gelegenheden zoals de kaasmarkt of de boekenmarkt, en op officiële feestdagen weerklinkt de beiaard over Damme.
Net voor de eeuwwisseling, in 1999, werd de beiaard stilgelegd en het klavier ontmanteld: het dakgebinte van het Stadhuis zat vol klopkevers en diende gerestaureerd te worden. In 2000 waren de beiaard en het automatische speelwerk terug functioneel en nu is het stadhuistorentje een klinkende schakel in de keten van Zingende Torens in Vlaanderen.

Bronnen

* Damme, Vlaanderen – België, Toerisme Vlaanderen, 1998 Chris Weymeis: Het land van Uilenspiegel, Davidsfonds, Leuven, 2001
* Luc Devliegher, Het stadhuis te Damme, VVV Damme, 1982 B. Van Haecke, Het Damse klokkenspel, Brugse Gidsenkroniek, 1992
* P. Oyen, Zonnewijzers in Vlaanderen, VVV Rupelmonde, 1996

Tekst: Aimé Lombaert

Geplaatst in Torens.