Sint-Catharinakerk Antwerpen-Kiel

Geschiedenis van de beiaard

Oude beiaard

De eerste beiaard van de Sint-Catharina-kerk ontstond toen E.H. Stockmans in 1910 de kerk liet vergroten. Blijkbaar was deze pastoor zeer muziekminnend, want tegelijk met de vergroting van de kerk werden een orgel en een beiaard aan-gekocht en geïnstalleerd, en ook drie luidklokken. De beiaard en de luidklokken werden door de firma Felix Van Aerschodt uit Mechelen gegoten. De luidklokken werden weliswaar niet aan de beiaard gekoppeld. Ook werd aan dit klokkenspel een automatisch gedeelte verbonden: een speeltrommeltje van 72 maten dat aan het uurwerk verbonden was en gegoten werd door de Mechelaar Albert Cloetens. Helaas kampte de beiaard van bij het begin met tegenslagen. Bij de inhuldiging in 1913 door Jef Denyn was er nog geen vuiltje aan de lucht. Een jaar later brak de eerste wereldoorlog uit en werd het klokkenspel voor de eerste maal het zwijgen opgelegd. Pas in 1922 ontfermde Staf Gebruers zich over het instrument. Hij bespeelde hij de beiaard tot hij in 1924 uitweek naar Ierland. Weer dreigde de beiaard in onbruik te geraken, maar Stafs broer, John, ontfermde zich over het instrument. Hij herstelde het op eigen kosten en bespeelde de beiaard tot in 1965. Zijn concerten werden wekelijks uitgezonden door de voorloper van de gewestelijke VRT-radio Omroep Antwerpen, Radio ’t Kerksken. Toen hij in 1965 stopte, was er niemand die hem opvolgde.

Nieuwe beiaard

In 1989 werd een unieke iconententoon-stelling georganiseerd n.a.v. het 125-jarig bestaan van de Sint-Catharinaparochie. Met de opbrengst hiervan werden het torenuurwerk en de middelste luidklok hersteld door de firma Michiels uit Mechelen. De inzet van Michiels vormde voor enkele vrienden de start om zelf ook de handen in elkaar te slaan. Met man en macht werd eerst de toren grondig schoongemaakt. Van de beiaard werden de resten van de bedrading verwijderd, roeden en tuimelaars gecontroleerd, ontroest en geschilderd en waar nodig vernieuwd. De automatische trommel bleek nog in redelijke staat te zijn. Daardoor groeide de overtuiging dat één en ander misschien nog te redden viel. Dank zij sponsoring en allerlei initiatieven werden de middelen verzameld voor de restauratie van de beiaard. Een eerste rapport van Petit & Fritsen leerde dat er acht klokken hergoten moesten worden en de overige twintig klokken bijgestemd. Het klankverschil met de andere intacte klokken zou dan wel groot zijn en als volwaardig concert-instrument zou de gerestaureerde beiaard onvoldoende mogelijkheden bieden. Daarom werd er beslist om een volledig nieuwe beiaard van 47 klokken te laten gieten. De grootste klok zou 250 kilo wegen, de kleinste 8,5 kilo. Ook kwam er een nieuw klavier en moesten drie nieuwe balken worden gestoken voor de op-hanging. De klokken werden gegoten door de firma Petit en Fritsen uit Nederland en de inrichting gebeurde door de firma Michiels uit Mechelen. Op 11 juni 1993 werd de nieuwe beiaard ingespeeld door de huidige beiaardier Ludo Van den Bos.

Historische curiosa

· In 1943 werden alle F. Van Aerschodt-luidklokken door de Duitsers opgeëist … behalve die van het Kiel. Men vermoedt dat er aan de drie luidklokken provisorisch pedalen werden gehangen, die met een ijzerdraad werden verbonden met de andere beiaardklokken. Dat wekte de illusie dat deze klokken integraal deel uitmaakten van de beiaard en dus onmisbaar waren voor concerten.
· De F. Van Aerschodtklokken van de oude beiaard werden integraal opgekocht door Dhr. Vernimmen uit Leuven, kleinzoon langs moederszijde van Felix Van Aerschodt en verwoed verzamelaar van klokken.

Automatisch spel

De automatische speeltrommel werd in 1913 gegoten door Albert Cloetens uit Mechelen. Het is een eenvoudig trommeltje van 72 maten dat aan het klokkenspel was gekoppeld en verbonden met het uurwerk. Het is in heel de periode van 1913 tot 1965 maar een paar keer verstoken geweest. In het begin (1913) speelde elk uur ‘Des winters als het regent’. In 1919 was het een ‘Ave Maria’. Deze twee melodieën werden door Jef Denyn op de trommel gezet. In 1925 klonk ‘Al zingend ’t vrije lied’ van Karel Miry op het uur en op het half uur ‘O sanctissima’, een Napolitaanse melodie. In 1930 werd het ‘We reizen om te leren’ van Peter Benoit en op het half uur ‘Ave Maria Stella’. In 1936 werd de trommel nog eens verstoken met op het uur de ‘Van Ryswyckmars’ en op het half uur het ‘Paaslied’ van Lode De Vocht. Bij het installeren van de nieuwe beiaard in 1993 werd de oude trommel gerestaureerd door de firma Michiels uit Mechelen, maar hij bleef zijn plekje behouden op de verdieping onder de beiaardcabine. De trommel en de wijzerplaten werden nu elektronisch aan-gestuurd, hoewel ze nog niet met elkaar waren verbonden. Dat gebeurde pas in 1996 en toen vond ook eindelijk weer een versteek plaats. De melodie ‘Dan mocht de beiaard spelen’ uit de Rubenscantate van Peter Benoit klinkt sindsdien elk uur.

Overzicht van de beiaardiers

Staf Gebruers (1902-1970), beiaardier van 1922 tot 1924
John Gebruers (1898-1978), beiaardier van 1925 tot 1965
Ludo Van den Bos (°1953), beiaardier sinds 1993

Bibliografie

· Jo Haazen, De Zingende Toren, Uitg. De Vlijt. Antwerpen, 1979, p. 137
· Feestbrochure Beiaardfondsactie 1992-1993
· Persmap 2 juni 1993
· 125 jaar Sint-Katarinaparochie, auteurs: Hugo Kaekebeke, Jules Moens, Piet Haemels, Guido Notelé

Tekst: Ludo Van den Bos

Geplaatst in Torens.