Schepenhuis Herzele

Geschiedenis van de beiaard van Herzele

Schepenhuis

De oudst gekende baljuw van Herzele heette Raes Vierendeel, en werd vermeld in 1391. Het is echter niet duidelijk of er toen al sprake was van een echt gemeentehuis, laat staan een gebouw op de plaats waar het huidige gemeentehuis staat.
Hoe oud het huidige gemeentehuis is, weet men niet. De eerste officiële vermelding dateert pas uit 1571: in een arrest van de Raad van Vlaanderen is sprake van de “Herberghe Sinte Martin staende ande halle ende marckt van herseele”.
Het gebouw is echter mogelijk enkele eeuwen ouder. Wanneer in de loop van de 18e eeuw de functie van “schepen” verdwijnt, ondergaat het schepenhuis enkele grondige aanpassingen – het kreeg o.a. een nieuwe toren – en wordt het in 1778 verkocht aan de graaf van Lichtervelde, de toenmalige Heer van Herzele.
Sindsdien wordt het afwisselend of terzelfdertijd gebruikt als herberg en gemeentehuis.

Pas in 1947 werd het schepenhuis opnieuw eigendom van de gemeente (1).
Dit gaf aanleiding tot een reeks drastische vernieuwingen. Twee bijgebouwtjes werden gesloopt. Het zadeldak werd een schilddak. Op de zuidoostelijke hoek werd de arduinen schandpaal hersteld.
Het dak is bekroond met een dakruiter, die sinds Kerstmis 1952 een beiaard met 28 klokken herbergt. Om het kwartier klinkt een melodie over de buurt.
Dit is een geschenk van Jozef Matthijs die in 1946 gehuldigd werd voor 50 jaar onafgebroken burgemeesterschap in Herzele.

Voorgeschiedenis

In 1946 besliste de gemeenteraad om een beiaard te installeren. Het instrument zou een herinnering zijn aan een drievoudige viering: die van Jozef Matthijs die op dat ogenblik 50 jaar ononderbroken burgemeester was van Herzele, van pastoor-deken Simoens die dat jaar zijn gouden priesterjubileum vierde en van de koninklijke harmonie Sint-Cecilia die net 100 jaar bestond.
De jubilarissen zouden nog zes jaar moeten wachten op de eerste feestklanken. Het gemeentehuis diende eerst nog aangekocht en verbouwd en dat sleepte langer aan dan verwacht.

Op het Sint-Barbarafeest van het jaar 1952 weerklonken de eerste tonen van het klokkenspel waarmee de kleine gemeente Herzele heel wat grotere Vlaamse entiteiten naar de muzikale kroon kon steken. In elke klok was het wapen van Herzele gegoten en in vier ervan de feestelijk geïnspireerde historiek.(2)
De zomerconcerten werden bepaald op zondag om 11 uur. Toenmalig gemeentesecretaris Léon Nachtergaele voorzag een mooie toekomst voor de beiaard omwille van haar unieke stemming.
“Inderdaad zoals reeds vroeger gezegd, zal deze beiaard de eerste in België zijn welke koorzingen in open lucht (zowel als orchester spel) zal kunnen begeleiden, en steunen, hetgene aan de gemeente geen geringe bijkomstige voordelen zou geven door inrichten van grote muziekfeesten die nergens anders mogelijk zijn.”3

Bouw van de beiaard en latere werken

Bij de bouw van de beiaard werd geadviseerd door Ir.Van Esbroeck (Gent) en Ir. V. Van Geyseghem (Luik).4
Het lastenboek, aangenomen door de Gemeenteraad in zitting van 8 januari 1952, voorzag een beiaard van 28 klokken, allen zonder kroon, met slagtonen c2, d2, e2 – chrom. – f4 en gestemd “volgens de toonladder van Pythagoras” (de Herzeelse beiaard was de eerste beiaard in België in de Pythagoreïsche stemming!).
Het klavier en de spelinrichting met ‘gericht tuimelaarsysteem’ moest worden geplaatst “streng volgens de gegevens der Mechelse Beiaardschool”. De pedaalomvang moest 11 toetsen bedragen, corresponderend met de elf zwaarste klokken.
Voor het automatisch spel, lopend over de 25 zwaarste klokken, moest een trommel of filmband worden geleverd, te specifiëren bij de aanbieding. Tenslotte moest een elektrisch aangedreven torenuurwerk worden geplaatst, mede ten behoeve van het automatisch klokkenspel.5

Er liepen 2 offertes binnen, één in 1947 van firma Michiels en één in 1950 van firma L. & R. De Mette Gebroeders uit Aalst.(6)
De werken werden tenslotte toegewezen aan de gebroeders De Mette met in onderaanneming de firma Eijsbouts uit Asten (NL)/Horacantus-Lokeren.(7)
Latere werken uitgevoerd door firma Clock-o-Matic, Holsbeek. In september 1995 (8) onderging de beiaard een opfrisbeurt. De stalen piramide in de toren werd behandeld met roestoplosser en geschilderd.
Alle klokken werden uit de toren verwijderd, evenals de klokstoel, klepels en tuimelaars. De klokstoel werd gezandstraald, gegalvaniseerd en geschilderd. De acht kleinste klokken werden heropgesteld zodat er ruimte vrijkwam om het latere onderhoud beter te kunnen uitvoeren. De klepels werden hersteld en gegalvaniseerd, de waterkeringen en bedrading werden vernieuwd. (4).

Het automatisch speelwerk

Aanvankelijk bestond het automatisch speelwerk uit een magnetische filmband waarbij het aandrijfmechanisme rechtsreeks verbonden was aan het beiaardklavier. Voor klavier en automatisch spel was er dus één enkel gecombineerd dradennet.
Het spel liep over de 25 zwaarste klokken.(9) Latere werken aan het automatisch speelwerk werden uitgevoerd door de firma Clock-o-Matic, Holsbeek (10):

– Maart 1973: op de bestaande magneten werd een nieuw trommelspeelwerk aangesloten.
– Januari 1974: er werden 25 spiraalveren geïnstalleerd zodat de hamers opnieuw behoorlijk konden werken.
– April 1984: er werden 2 elektromagnetische hamers geïnstalleerd, een motorverdeelwerk dat het torenuurwerk aandrijft en een beiaardcomputer ‘Horomat’
– September 1995 5: er werden 23 magneethamers (type zoals bestaande) geleverd en geplaatst, voorzien van de nodige elektrische leidingen voor de verbinding van deze hamers met het trommelspeelwerk.
– December 1997: er werd een nieuwe beiaardcomputer ‘Apollo SBSI’ geïnstalleerd waarbij 20 melodieën werden ingespeeld. (5).

Beiaardiers

1952 – 1973 Albert Dereu
1973 – 2005 Julien Van Leeuwen
vanaf 2006 Bart Eeckhout

Tekst: Paul Hoste

Geplaatst in Torens.